Interview met afscheidnemend directeur Patrick Manghelinckx

...

Herinner je jouw eerste JES-dag nog? Heb je je moeten aanpassen?

Mijn eerste JES-dag ging door in 2001 in het kasteel van Agimont (inmiddels afgebrand, n.v.d.r.). Ik was wel een beetje zenuwachtig, want het JES-personeel bestaat uit eigenzinnige medewerkers. Vooral de toenmalige straathoekwerkers waren eigenzinnig. Maar het aanpassen aan de collega s bleek wel mee te vallen.


Op de personeelsdag van juni dit jaar maakte je een schets van de afgelopen 18 jaar bij JES. Je stond toen stil bij drie realisaties?

1. Allemaal de straat op

We zijn met de medewerkers weer meer de straat opgetrokken. Computerwerk werd beperkt tot het minimum en we zochten de jongeren actief op. Sinds 2008 zijn we dat consequent blijven doen. Het vindplaatsgericht werken (in diverse vormen) is ook deel gaan uitmaken van ons DNA.

2. Participatief werken

We zijn eerst in Antwerpen met jongeren participatief gaan werken en vervolgens in Brussel en Gent. We slaagden erin om binnen een vrijetijdscontext met die jongeren competentietrajecten te lopen. Jongeren die faalden  op school, slaagden er bij JES wel in om boven zichzelf uit te stijgen.

3. Jongere = mede-eigenaar

We maakten jongeren mede-eigenaar van hun traject, van de buurt waar ze leven, van de JES-werking waar ze vrijwilliger zijn & Ondertussen bestaat onze vrijwilligerswerking uit een 500-tal stedelijke vrijwilligers met diverse achtergronden.

Welke grote uitdagingen zie je in de toekomst voor JES ontstaan?

In het jeugdwerk hebben we de neiging om gelijken op te zoeken, om bij mekaar te kruipen . We slaagden erin om een aanbod te ontwikkelen waar verschillende stedelijke groepen mekaar ontmoeten. Maar die verbinding komt niet vanzelf tot stand. Zeker met steeds meer jonge nieuwkomers, ligt daar een uitdaging.

We moeten ook de sociale diversiteit in onze stedelijke doelgroepen overstijgen. We mogen enerzijds niet louter focussen op vrijwilligers met het grootste potentieel, maar anderzijds ook niet enkel op jongeren die sociaal kwetsbaarder zijn.

Wat zijn jouw grootste verwezenlijkingen op vlak van management?

  • We hebben een personeelsbeleid ontwikkeld met procedures en processen zoals bijvoorbeeld ons onthaalbeleid en de loopbaanopvolging. Net zoals we met onze jongeren competentiegericht zijn gaan werken, doen we dat ook met een diverse groep medewerkers.
  • Daarnaast hebben we ons financieel beleid verder versterkt en gestroomlijnd, onze financiĆ«le processen worden tegenwoordig permanent gemonitord.
  • Ook op vlak van externe communicatie  waarin we tenslotte tonen wat we allemaal doen – hebben we grote stappen gezet. Maar de implementatie van ons beleid op dat vlak blijft een uitdaging.
  • Sommigen zagen je voor altijd bij JES blijven, maar zo is het niet gegaan & Je zei zelf eens dat je op zeker moment bedacht dat voor jou de cirkel  rond was. Wat bedoelde je daarmee?

    In de afgelopen jaren vernieuwden we onze missie en visie, we legden onze strategische focus meer op innovatie en expertisedeling, we slaagden erin de globale JES-werking in beleidsplannen te vatten en hebben een merkarchitectuur ontwikkeld. De verantwoordelijkheden op het vlak van management werden geƫxpliciteerd en de rollen werden verdeeld. Ik kwam tot de conclusie dat ik die cirkel opnieuw kon lopen, maar daar koos ik niet voor.

    Terugblikkend op 18 jaar JES, wat was een topmoment?

    Het congres dat we organiseerden in 2009 te Gent. Het heette Bouwstenen voor een stedelijk jeugdbeleid . Met de steun van onze toenmalige voorzitster (Truus Roesems) konden we aantonen hoe de stedelijke bevolking vergroot, verjongt en verkleurt. Tegelijkertijd presenteerden we ons beleidsplan als een antwoord op die uitdagingen.

    Wat was een crisismoment? Een moment waarop je dacht hoe moeten we dit in hemelsnaam oplossen? 

    We reisden met de JES-equipe naar Berlijn op studiereis en om kosten te besparen kozen we voor een reis per nachtbus. Op de terugtocht zat ik in de vroege uren naast de buschauffeur, zowat alle andere JES-medewerkers lagen te slapen. Toen kreeg ik in de gaten dat ook de chauffeur begon te knikkebollen, het werd steeds erger en de bus begon over de autoweg te zwalpen. Op dat moment ben ik op de chauffeur beginnen inpraten en zijn we samen sigaretten beginnen roken. Die bescheiden bijdrage heeft ervoor gezorgd dat we niet met z n allen in het decor zijn beland ergens tussen Keulen en Aken.

    Waarvoor dank

    Ik was wel een beetje zenuwachtig, want het JES-personeel bestaat uit eigenzinnige medewerkers.