Sarah Storme ontwikkelde bij JES een kader voor de ondersteuning van stedelijk leiderschap. Met meer dan 10 jaar ervaring als vormingswerker weet ze vertrouwensbanden op te bouwen, komt ze in contact met jongeren die doorgroeien in hun vrijwilligersengagementen en voelt ze de inspiratie en drive van jongeren om iets te veranderen in hun wijk. Wij gaan in gesprek met Sarah over jongeren die hun stad doen bewegen en hoe we die met JES tegemoet kunnen komen.

Wanneer ben je volgens jou voor het eerst in contact gekomen met stedelijke leiders?

“Jaren geleden met de Souffleurs in Brussel. Dat was een groep vrijwilligers die deel uitmaakte van onze werking. Ze gaven activiteiten, cursussen, vormingen … mee vorm. Maar na een tijd vroegen ze naar meer engagement en verantwoordelijkheid. Ze namen zelf het voortouw en brachten het idee aan om naar Dublin op uitwisseling te gaan. Dat gaf hen een enorme boost. Ze versterkten zichzelf en elkaar en namen op hun beurt een nieuwe generatie jongeren mee op sleeptouw. Hieruit volgde dan weer een nieuw project, Compagnons, waarbij jongeren die nog zoekende waren in hun engagement en vrijetijdsbesteding wegwijs werden gemaakt door ervaren vrijwilligers. Tijdens dit project ontstond er een band tussen een aantal jongeren die het idee hadden om hun eigen jeugdorganisatie op te richten. Deze jongeren voegden daad bij het woord en zo ontstond Nakama. In alle JES-steden zagen we jongeren rechtstaan om initiatieven op te zetten en kansen te creëren voor vrienden, jongere broers en zussen, de kinderen en jongeren uit hun wijk en stad.”

Hoe ben je bij het idee gekomen om deze jongeren stedelijke leiders te gaan noemen?

“Deze jongeren groeiden uit tot een rolmodel of ambassadeur van hun wijk. PleinPatrons waren actief op hun pleintjes, het jongerenplatform voor en door jongeren J100 werd opgericht, dans- en bokswerkingen werden een feit, cultuurevents werden georganiseerd, … Daar moesten we iets mee gaan doen. Deze jongeren ondersteunen vraagt een andere aanpak dan een startende vrijwilliger. Dus gingen we intern kijken hoe we ons konden organiseren en welke noden deze jongeren hebben.”

Wat houdt dat precies in ‘een stedelijke leider zijn’?

“De jongeren die we stedelijk leiderschap zien opnemen, hebben een parcours gelopen in een van onze stedelijke werkingen. Ze stroomden er in als deelnemer, werden vervolgens vrijwilliger met verantwoordelijkheden die steeds wat groter werden. Cruciaal vinden we het motief van deze jongeren: ze willen een bijdrage leveren aan de gemeenschap waar ze deel van uit maken. De meest duurzame investering die we als organisatie kunnen doen is een investering in jongeren die er zelf voor willen gaan.”

“Maar eerst hebben we samen met VUB in kaart gebracht wie deze stedelijke leiders zijn. Drs. Ronald Crouzé en Dr. Pieter Meurs van VUB verdiepten de theorie rond stedelijk leiderschap in hun onderzoeksrapport aan de hand van een kwalitatief onderzoek en interviewden zowel jongeren als medewerkers. JES ging verder aan de slag met de resultaten uit dit onderzoek en ontwikkelde een model. De sleutelcompetenties die we cruciaal vinden om van stedelijk leiderschap te kunnen spreken omvatten engagement, verbinding, empowerment en inspiratie.”

Ze versterkten zichzelf en elkaar en namen op hun beurt een nieuwe generatie jongeren mee op sleeptouw.

Vullen jongeren stedelijk leiderschap ook zo in?

“Dat is net de sterkte. Het gaat om jongeren die eenzelfde drive hebben en gebruik maken van hun competenties om iets in gang te trekken. Ik heb met een aantal jongeren samengezeten om het hierover te hebben. Eén van deze personen is Mahmoud – Mahmoud Aoulad Abdellah werkt bij JES als jongerencoach en was zelf als jongere actief bij J100 – en dit is hoe hij het invult en vat eigenlijk mooi samen waar het voor staat:”

Mahmoud – jongerencoach bij JES: “Stedelijk leiderschap is voor iedereen verschillend en tegelijkertijd heel omvattend. Door jezelf te zijn en zaken te willen veranderen kan je al een stedelijk leider zijn. Jongeren laten hun eigen stem horen, nemen initiatief, eisen hun plek op in hun wijk, pleintje en samenleving. Op hun manier, door iets te doen wat ze zelf leuk vinden en daar andere jongeren bij te betrekken. Al is er een verschil tussen iemand die van nature een leider is en een stedelijk leider. Een natuurlijke leider neemt engagement op uit buikgevoel en staat niet zo zeer stil bij waarom die dat doet. Je krijgt iets voor mekaar maar gaat niet benoemen welk traject je hebt afgelegd. Een stedelijke leider is voor mij iemand met kwaliteiten en competenties die we gaan versterken en die we een kader en structuur geven om diens dromen of projecten mee te realiseren.”

Waar zitten de valkuilen?

“Het is een beetje een paradox: hoe kan je trajecten stedelijk leiderschap voorzien als je net besloten hebt om het trajectverloop aan jongeren over te laten? Hoe zorg je ervoor dat initiatieven die met veel enthousiasme en tomeloze inzet werden opgestart ook wat vaste grond krijgen? Wat doe je met plannen die veel van JES vragen terwijl ze niet perse kaderen in de doelstellingen van de organisatie? Met dat soort vragen gaan we de komende periode verder mee aan de slag. We formuleerden voor de inspiratiedag #Jeugdwerkwerkt van De Ambrassade ook enkele noden en valkuilen m.b.t. stedelijke leiders.”

“Nu begint het pas. In oktober organiseerden we de maand van het stedelijk leiderschap waarbij we in Antwerpen, Brussel en Gent jongeren het woord gaven om te vertellen over hun eigen traject. We sloten de maand af met een studienamiddag waarbij met andere jeugdwerkprofessionals in gesprek gingen om het concept verder vorm te geven. Wij blijven inzetten op stedelijk leiderschap, zijn het concept aan het uitdiepen en geven jongeren de nodige ondersteuning. Er staan nog heel wat toekomstige acties te gebeuren. Hou daarvoor zeker onze kanalen in de gaten.”

Interview afgenomen door Lisa De Pelsmaeker.

brussel-nl